hellingbaan ob opzetten experiment

Pagina top navigatie elementen

Hellingbaan groep 3

opzetten experiment

Transcript

LEERKRACHT: Dan ga ik nu een verkeerd experiment laten zien. Jullie moeten straks vertellen waarom die verkeerd is, oke? Let op!  (Leerkracht verwisselt van één baan de oppervlakte en legt op iedere baan een andere knikker). Nu wil ik een vergelijking maken. Let op, dit is een verkeerd experiment hé? Dat moeten jullie me straks vertellen. Maar we gaan dus kijken.. Welke bal komt het verst? Wat schat jij in? De blauwe was de lichte bal, weet je nog, en de rode was de zware bal.  Wat denk jij Frank?
LEERLING: Dan denk ik dat de rode het verst komt, omdat die al ver begint en die is zwaar en dan wil die snel (wijst naar het einde van de hellingbaan).  
LEERKRACHT: Dus jij denkt de rode. Maar kunnen we dat wel goed vergelijken met deze? (Wijst andere baan aan).
LEERLING: Nee.
LEERKRACHT: Dan ga je straks maar vertellen, wat  jij denkt waarom dat niet vergeleken kan worden en waarom het niet een goed experiment is. Maar we gaan het gewoon eerst even doen. Dus gaan we weer even aftellen want het moet gelijk weg. Drie..twee..een..(knikkers rollen van de baan). En welke bal komt verder?
LEERLINGEN: Deze komt op 13 (wijzen blauwe bal aan) en deze komt op 15 (wijzen rode bal aan). 
LEERKRACHT: Dus dan kun je zien dat de rode bal verder komt. Waarom is dit nou niet een goed experiment Tijl? 
LEERLING: Omdat je die andere zet je daar (wijst startpositie aan) en die komt verder omdat die al iets naar voren zit. 
LEERKRACHT: Maar wat had ik ook alweer gezegd vanmorgen? Weet je dat nog? Dat je kon veranderen. Er moest altijd maar één ding anders zijn aan de hellingbaan. 

LEERKRACHT: Maar welk experiment gaan jullie nu doen? Welke is deze (wijst hellingbanen aan), als je hier kijkt (op het blad). Welk experiment is dat?
LEERLING: Deze (wijst op blad aan). 
LEERKRACHT: Nummer 3, zie je dat?  Okee, maar dan moeten de balletjes wel hetzelfde zijn. Wat is nu het verschil dan Gabor? Als je kijkt naar het experiment? Kom eens hier kijken. Wat is het verschil tussen deze twee hellingbanen? 
LEERLING: Omdat deze hier staat en deze hier (wijst verschillende startposities aan op beide banen).
LEERKRACHT: Ja, dus dat is  nu het enige ding wat verschillend is.  

Omschrijving

De kinderen hebben kennis gemaakt met de hellingbaan en hebben gezien hoe je deze hellingbaan kunt veranderen, oftewel welke variabelen je kunt onderzoeken: steilheid van de helling, gewicht van de bal, startpositie en oppervlakte van de baan. In dit fragment demonstreert de leerkracht de reden achter het controleren van variabelen. Ze laat zien dat door al die verschillen tussen de twee banen je niet met zekerheid kunt zeggen waardoor het komt dat de ene bal verder rolt dan de andere. De leerlingen leren dat bij een goed experiment er telkens maar een ding anders mag zijn en de rest hetzelfde moet blijven. Na de uitleg van de leerkracht mogen kinderen zelf in groepjes een experiment opzetten.

Kijkwijzer

Zie je dat de leerlingen de hellingbanen in een goede opstelling hebben gezet? De variabele die ze gaan onderzoeken is de startpositie van de bal. De voorbeeldtekeningen op de werkbladen gebruiken ze om de opstelling na te maken. De leerkracht geeft in haar mondelinge ondersteuning nogmaals aan dat er maar 1 ding verschillend mag zijn. 

Lesfasen